Geweldig! Oké! Slecht!

Incl. materiaal
Mondeling
15 min

Doelstellingen

  • De deelnemer kan informatie geven over zijn/haar welzijn.
  • De deelnemer kan iemand informatie vragen over zijn/haar welzijn.

Materialen

Iets om posities op de vloer te markeren.

Voorbereiding

Leer of herhaal deze standaarduitdrukkingen:
Hallo, hoe gaat het?
1. Geweldig! Goed!
2. Oké/ Het gaat wel.
3. Slecht/ Niet zo goed.

Instructies

  • Elke deelnemer staat op een gemarkeerde plaats en vormt zo een cirkel; één deelnemer staat in het midden.
  • De deelnemer in het midden vraagt een deelnemer in de kring: Hallo, hoe gaat het?
  • Als de deelnemer 1 antwoordt, gebeurt er niets.
  • Als de deelnemer 2 antwoordt, wisselen zijn directe buren van plaats.
  • Als de deelnemer 3 antwoordt, wisselen alle deelnemers van plaats.
  • Terwijl de deelnemers van plaats wisselen, probeert de deelnemer in het midden een plekje in de cirkel te bemachtigen.
  • De deelnemer die zijn plek in de cirkel is kwijtgeraakt, gaat naar het midden.

Variant

De deelnemers kunnen alleen op een specifieke manier bewegen, bijvoorbeeld door te springen of achteruit te lopen.

Tips voor de instructeur

Om te voorkomen dat hetzelfde antwoord steeds wordt herhaald, voeg je de regel toe dat een antwoord niet meer dan drie keer na elkaar kan worden gegeven.