Voel en benoem

Incl. materiaal
Mondeling
15 min

Doelstellingen

De deelnemer kan een voorwerp beschrijven door het aan te raken.

Materialen

  • Een niet-transparante zak met een kleine opening
  • Voorwerpen die te maken hebben met het behandelde onderwerp (bijv. voedsel): een pepermolen, een sinaasappel, broccoli, een lepel…

Voorbereiding

  • Vul de zak met een dozijn voorwerpen.
  • Breng relevante woorden aan, zoals kleuren, vormen, materialen, groottes, smaken, enz.
  • Breng relevante zinnen aan om de voorwerpen te beschrijven, bijv.
    Het is…
    Je kunt het eten, bakken, koken…
    Ik vind het leuk, want het is…

Instructies

  • Ga in een cirkel rond een tafel zitten.
  • Leg uit hoe de oefening werkt door het eerste voorwerp te beschrijven, b.v. een aardbei: het is klein, het is rood, het is zoet. Aan de buitenkant zitten witte zaadjes. De binnenkant is glad. Je kunt het eten. Het is gezond. Het is een vrucht. Een klein stukje is groen en kun je niet eten.
  • Noem de naam van het voorwerp niet!

Variant

  • Laat de andere deelnemers vragen stellen en laat ze raden.
  • Als iedereen aan de beurt is geweest, haal dan alle voorwerpen uit de tas en vraag elke leerling om een voorwerp te kiezen, te benoemen en te beschrijven.
  • Neem de deelnemers op tijdens de oefening en luister samen naar deze opname.
  • Stel een aantal vragen.
    Wie praat er gemakkelijk?
    Hoe is het om je eigen stem te horen?
    Hoe is het om jezelf te horen spreken in een andere taal?