Wakker worden!

Doelstellingen

• De deelnemer begrijpt de woordenschat van de lichaamsdelen.
• De deelnemer begrijpt de namen van de kleuren.

Voorbereiding

• De deelnemers moeten vertrouwd zijn met de woordenschat van het lichaam en de kleuren.
• Aangezien stap 3 van de oefening fysiek contact vereist, introduceer je de oefening met een energizer.

Instructies

• Vorm een cirkel.
• Vertel de deelnemers dat ze het lichaamsdeel dat zal worden genoemd moeten activeren op een manier die ze vrij kunnen kiezen: door het lichaamsdeelaan te raken, ermee te schudden of te bewegen…
• Geef een voorbeeld: ‘Ik maak mijn vingers wakker’.
• De deelnemers maken hun vingers wakker door ermee te wiebelen of ze te laten zien.
• Duid iemand aan die mag kiezen welk lichaamsdeel jullie nu gaan wakker maken.
• En zo verder, tot elke deelnemer een lichaamsdeel heeft gekozen.

Stap 2

• Geef de deelnemers een lichaamsdeel en een kleur, bijvoorbeeld: ‘Ik maak mijn neus wakker & geel’. Ze moeten zich nu verplaatsen en met hun neus een geel voorwerp aanraken.
• Duid iemand aan die een ander deel van het lichaam en een kleur kiest.
• En zo verder, tot elke deelnemer een lichaamsdeel en een kleur heeft gekozen.

Stap 3

• Geef de deelnemers een lichaamsdeel, bijvoorbeeld: ‘Ik maak mijn elleboog wakker’. Ze moeten nu een duo vormen en elkaar met de ellebogen aanraken.
• Duid iemand aan die een ander lichaamsdeel mag kiezen.
• En zo verder, tot elke deelnemer een lichaamsdeel heeft gekozen.

Variant

Gebruik in gevorderde groepen gerust moeilijkere woorden, bijv. ik maak mijn oksel, navel, wenkbrauw wakker…

Afsluiting

• Ga in het midden staan, wijs alle genoemde lichaamsdelen aan en herhaal de namen.
• Laat de deelnemers elk woord herhalen, corrigeer indien nodig de uitspraak.
• Schrijf de naam van de lichaamsdelen en de kleuren op het schoolbord en laat de deelnemers ze overschrijven.
• Vermijd bij stap 3 intieme lichaamsdelen. Als een deelnemer zich niet op zijn gemak voelt, forceer dan niets.